top of page
gelovigen zonder kerk 1.jpg

een geschiedenis van zoeken

gzk.marckant.be

marc meysmans

gelovigen... zonder kerk ?

Een geschiedenis van zoeken - binnen en buiten de bestaande kerkstructuur.

De eerste geloofsgemeenschappen rond Christus


Door het getuigenis van de apostelen kwam een steeds grotere groep mensen tot besef dat Jezus de Messias was, de gezalfde van God (of ‘Christus’ in het Aramees). 
Deze gelovigen in Jezus vonden bij de bestaande traditionele geloofsstructuren rond de tempel geen steun.  Er was behoefte om de nieuwe en groeiende groep gelovigen in Christus samen te brengen en te onderwijzen.  Hieruit ontstonden als vanzelf groepen / gemeenschappen.  Naarmate die groter werden was er behoefte aan meer structuur om het geheel ordentelijk te laten verlopen.

Structuur en leiding

In dit kader kunnen we de aanstelling zien van opzieners / oudsten en diakenen, die in deze lokale gemeenschappen een geestelijke en praktische verantwoordelijkheid krijgen. 
Nog andere bedieningen zijn te noemen, waarvan de bekendste die Paulus in één adem noemt (Ef 4.11): apostelen, profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren.  Dit lijstje specifieke gaven of bedieningen trekt leiderschap en verantwoordelijkheid nog breder open.    

Paulus gaat verder met de taak van leidinggevenden te omschrijven: (Ef 4.11) “…om de heiligen toe te rusten voor het werk in Zijn dienst.”(NBV).  Tot slot verruimt Paulus het werkkader van mensen met specifieke gaven, van de ‘lokale gemeenschap’ naar ‘het lichaam van Christus’: (Ef 4.11)  “Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd.”(NBV).  Hierin vind ik ruimte om mensen te zien functioneren boven,  naast of tussen lokale kerkgemeenschappen.  Het lichaam van Christus is overal waar christenen zijn. 

Het ‘gewone’ volk – gelovigen in het algemeen

 

Belangrijk om bij stil te staan is dat er naast deze genoemde 5 gaven of bedieningen een heel brede waaier van andere gaven, talenten en bedieningen te vinden is in de bijbel.  Sommige op de voorgrond, maar de meeste op een eenvoudige plaats, gewoon voor de naasten zoals die zich aandienen in het leven.  Niet voor het oog van veel mensen maar wel voor het oog van God.  Iedereen vindt ergens zijn plaatsje, net met die persoonlijke, unieke en dus bijzondere eigenschappen, en binnen de mogelijkheden die we als individu hebben.

Een evolutie in stromingen en denken

 

Het lijkt zo dat er aanvankelijk een vrij strak ‘kerkelijk’ kader werd vooropgesteld door de geestelijke leiders en dat daar geen ruimte naast is.  Maar al spoedig blijkt dat een aantal gelovigen de behoefte voelen om dit kader te verlaten.  Zij trekken de woestijn of de bergen in, naar een plaats waar ze alleen kunnen zijn.  Velen van hen verdiepen daar op een bewuste en intense manier hun Godsrelatie.  Ze vluchten niet perse van iets weg, maar kiezen een specifieke weg naar God toe.  Wie de eenzaamheid ingaat merkt al snel dat dit iets met je doet.  Het is niet alleen rozengeur en maneschijn. 

Opmerkelijk is dat verschillende van die zoekers die de kerk hebben verlaten en hun eigen weg met God hebben gezocht, juist vanuit hun vrije ontvankelijke positie weer veel aan de kerk hebben kunnen teruggeven.  De levenswijze, de zoektocht en de vergaarde levenswijsheid van monniken heeft de kerk en vele gelovigen tot op vandaag kunnen inspireren.  Om maar te zeggen dat iemand die buiten het klassieke kerkgebeuren stapt niet noodzakelijk de verkeerde kant opgaat. 

Doorheen de kerkgeschiedenis hebben steeds weer vernieuwende gedachten, ontdekkingen en uiteenlopende levenswijzen of accenten, ervoor gezorgd dat velerlei stromingen het licht zagen.  Hét Licht durf ik zeggen, dat in velerlei facetten wordt verspreid, overeenkomstig de gaven, talenten en eigenheid van ieder mens die zich met de Geest weet te verbinden. 

Soms lag een zekere vorm van ongenoegen over de kerk aan de basis.  Ja, ook dat kan aanleiding zijn om nieuwe wegen op te gaan.  Tijden veranderen, en elke tijd heeft zo zijn uitdagingen, noden en behoeften waar een passend antwoord op gezocht mag worden.  
Verscheidenheid en verandering is een thema van alle tijden.

Afgelopen decennia – honkvastheid doorbroken

 

Afgelopen decennia uitte ongenoegens over de eigen lokale kerkgemeenschap zich niet zozeer in het ontplooien van nieuwe initiatieven en stromingen, maar gingen gelovigen eerder naar een andere kerkgemeenschap en soms zelfs naar een andere denominatie.  Het uitermate honkvast zijn aan de eigen gemeenschap werd in groeiende mate doorbroken.

Veel kerkleiders hebben hier moeite mee gehad.  Soms werden zulke ‘overlopers’ negatief beoordeeld in de gemeenschap waaruit ze vertrokken zijn.  Gaandeweg is deze houding verzacht en groeit het besef dat mensen behoefte kunnen hebben om andere oorden op te zoeken.  Daar kunnen uiteenlopende redenen voor zijn, en ook gezonde redenen, met het oog op groeimogelijkheden.  Het is in ieder geval mooi als mensen hun weg met God verderzetten, waar dan ook.

Recente ontwikkeling – los van de kerk

 

Een veel recenter verschijnsel, is dat een groeiend aantal gelovigen kerkgemeenschappen verlaten en zich NIET meer bij een groep aansluiten.  Een aantal van hen hebben in de kerk nochtans een lange staat van dienst.  Om één of andere reden voelen ze zich geleidt (of genoodzaakt) om uit de kerkgemeenschap weg te trekken.  Tegelijk is er een sterk verlangen om de verbondenheid met God te verdiepen. 

Soms worden gelovigen die zich afzonderen van de kerk gezien als mensen die van (hun) problemen weglopen of niet gecorrigeerd of geleidt willen worden.  Maar groeien kan ook buiten de lokale kerkgemeenschap.  Nergens anders wordt je zo sterk met jezelf geconfronteerd als in afzondering.  Nergens anders is het gemis aan leiding zo merkbaar dan als je er alleen voor staat.  Net in de afzondering wordt je behoefte zo aangewakkerd om je te verbinden met Boven.  Waar kan je anders heen als je er ‘alleen’ voor staat. 
Binnen of buiten een lokale kerkgemeenschap vertoeven zegt niets over je geestelijke toestand.  In de gezelligheid van een kerkgemeenschap blijven zou evengoed een manier kunnen zijn om gevoelens van pijn, leegte of een gebrekkige Godsrelatie te verdoezelen.

In zekere zin gaan deze gelovigen pionieren. 
In eerste instantie leren ze om hun geloof vorm te geven en te voeden, los van de lokale kerkgemeenschap waar alles voor hen wordt voorzien.  Ze worden hierdoor zelfstandiger, weerbaarder en standvastiger.  Kwaliteiten die in turbulente tijden van pas kunnen komen.
Daarnaast merk ik bij deze gelovigen vaak interesse om hun talenten en mogelijkheden nu explicieter ten dienste te stellen van de maatschappij.  Het verenigingsleven en het vrijwilligerswerk in de maatschappij lijkt hun meer tot actie aan te sporen dan de lokale kerkgemeenschap.  Zij gaan te midden van het leven staan en brengen zo hun leven met God naar buiten, zichtbaar en bevraagbaar door anderen.  Voor veel ongelovigen komt het getuigenis van iemand die gelooft zonder aan een kerk verbonden te zijn nog authentieker over.  Geen meeloper, maar iemand die bewust voor God kiest.

Afrondend

 

De geschiedenis leert dat Gods Geest waait waarheen Hij wil.  Telkens als mensen een kader voor het geloofsleven willen afbakenen, worden deze menselijke afbakeningen doorbroken. 
Niemand heeft zo veelvuldig menselijke denkpatronen doorbroken als Jezus.  Zelfs de structuur die in de tempel gehanteerd werd, hoewel die (Oud Testamentisch) ‘bijbels’ was, doorbrak Jezus met Zijn beweging.  Die groeide niet binnen maar vooral buiten het traditionele gelovige kader. 

Het is goed om onze denkkaders niet te strak vast te pinnen op gebruiken uit het verleden.  Ook nu  in onze tijd niet.  Bijsturen lijkt soms nodig om stagnatie te voorkomen.  Er is ruimte nodig voor vernieuwing en groei om iets levend te houden.  Elke tijd heeft zo zijn uitdagingen en heeft soms specifieke antwoorden nodig. 

Misschien zijn velen geneigd om strakke en rechtlijnige patronen voorop te stellen voor gelovigen.  Zij zijn als waterbouwkundigen die een kanaal voorzien op de plaats waar zij dat nodig achten.  Maar het natuurlijke water dat vanuit een bron zijn weg zoekt hanteert een heel andere logica.  Het kronkelt ongestructureerd en gewillig om hindernissen heen en zet zijn weg verder.  Aanvankelijk is misschien nog niet duidelijk waar het uit zal komen, maar eigenlijk ligt de bedding al klaar, ze moet alleen ontdekt en doorstroomd worden.  Het kan een krachtige rivier worden, maar misschien is een kleine beek ook al mooi. 
Gestroomlijnde kanalen of kronkelende rivieren,… als er maar zuiver water is om van te leven. 

bottom of page