top of page
gelovigen zonder kerk 8.jpg

gzk.marckant.be

marc meysmans

gelovigen... zonder kerk ?

het kan ook misgaan
onderscheid zien

Het kan ook misgaan - onderscheid zien.

Op jezelf – eigen verantwoordelijkheid


Ik wil niet voorbij gaan aan de valkuilen die er zijn wanneer je je geloofsleven loskoppelt van een kerkgemeenschap.  Er kan aanvankelijk een gevoel van vrijheid overheersen, maar deze vrijheid houdt ook verantwoordelijkheid in. 

Een kerkgemeenschap schept een kader waarbinnen veel facetten van het geloofsleven een plaats vinden.  De bijbel wordt gelezen en overdacht, er zijn momenten van gebed, avondmaal, lofprijs…  Je staat in verbinding met andere gelovigen, er is aanmoediging, uitwisseling, mensen kunnen opmerken hoe het met je gaat enz.

Wie uit een kerkgemeenschap wegtrekt kan daar weldegelijk goede redenen voor hebben.  Maar dit neemt niet weg dat bepaalde functies die in de lokale kerkgemeenschap ingevuld werden nu op een andere manier vorm zullen moeten krijgen in je leven.  Je bent nu zelf verantwoordelijk om een heilzaam kader voor je geloofsleven te creëren.  En dat is voor velen toch een veel grotere uitdaging dan aanvankelijk gedacht.

Welke gevoelens vullen de nieuwe ruimte?

Bij aanvang kan het loskomen van een kerkgemeenschap een gevoel van ruimte en vrijheid geven.  Toch merken we gewoonlijk pas na enige tijd welke impact het werkelijk op ons heeft. 

Voor een aantal mensen ontwikkelen zich nieuwe mogelijkheden en interesses waar ze lange tijd niet aan toekwamen.  Het kunnen gewone dingen zijn, een hobby, ontspannende activiteiten, nieuwe mensen ontmoeten, vrijwilligerswerk,…   Ze ervaren de vrijgekomen tijd als luxe en laden duidelijk de batterijen weer op.  Ze gebruiken de vrijgekomen ruimte ook om op zoek te gaan naar wat op geestelijk vlak hun persoonlijke aandacht trekt, wat hen boeit en doet groeien.  Ze gaan actief op weg.

Anderen komen toch in een soort leegte en doelloosheid terecht.  Het gaat hen niet goed af om die vrijgekomen ruimte heilzaam in te vullen.  Ze missen structuur in hun geloofsleven en vinden niet de vastberadenheid die nodig is om die aan te houden.
Een aantal mensen ervaren in het afscheid van de kerkgemeenschap vooral verlies.  Ze worden voortdurend geconfronteerd met wat ze missen, niet hebben, hun onvervulde wensbeelden, en missen soms de hoop die ooit nog te bereiken.

Tegenslag, verdriet, gemis – positieve of negatieve wending

 

Het is beslist zo dat er aandacht mag worden gegeven aan tegenslagen, verdriet en gemis dat we in ons leven ervaren.  Aandacht geven kan vanuit een positieve en actieve ingesteldheid die er op gericht is om er een weg in te vinden, al dan niet met (professionele) hulp van ervaren mensen. 

Als we de dingen echter op zijn beloop laten zonder ze een positieve wending te willen geven,
als we ons zouden blijven hullen in een soort boosheid op het leven, de kerk, God enz.,
en ons zo in een slachtofferrol blijven wentelen,
dan is de kans reëel dat we onze geestelijke tegenstander de ruimte bieden om ons mee te trekken in zijn oeverloze diepten.  We zouden op een heilloze weg kunnen terecht komen, ver weg van herbronning, ver weg van heling, ver weg van groeiende hoop op een vernieuwd en heilzaam leven. 

Het is echt belangrijk dat we met alles wat ons leven doorkruist bij de Goede Herder terecht komen en niet bij onze geestelijke tegenstander.  Het vraagt toch even bewuste aandacht om dit in de gaten te houden.  ‘De vijand gaat rond als een brullende leeuw om te zien wie hij kan verslinden’.  Een aantal van de kerkverlaters redt het niet zonder passende ondersteuning of begeleiding.

Het gevoel of de gedachte dat loskomen van de kerk vanzelf vernieuwing brengt

 

Het kan ruwweg twee kanten op.

  • Wie in deze periode merkt dat hij of zij groeit naar heling en naar verbondenheid met Vader, Jezus, Heilige Geest, die is wellicht op weg om geestelijk vernieuwd te worden.

  • Wie vanuit afkeer steeds meer afstand wil nemen van alles wat aan de kerk herinnert, zou wel eens een aantal essentiële elementen van een gezond geloofsleven kunnen gaan verwaarlozen.  Zonder gezonde geestelijke alternatieven voor de voeding die we in de lokale kerkgemeenschap meekregen, bestaat het gevaar dat ons geloof niet vernieuwd wordt maar vervormd.  Of misschien bloeit het zelfs helemaal dood.

 

Toch is het makkelijker om het zwart-wit voor te stellen dan het in werkelijkheid soms is. 

  • Er kunnen mensen zijn die van zichzelf denken dat ze zich op een heilloze weg bevinden omdat er zoveel geestelijke droogte ervaren wordt, hoewel ze het anders zouden willen.
    In plaats van te kunnen spreken van een geestelijke heropleving ervaren ze dan eerder een geestelijke stilte, een geestelijk dor woestijngevoel waarin ze vooral het gemis ervaren aan het gezonde geestelijk leven waarnaar ze verlangen.
    Maar vernieuwing kan ook in een verborgen vorm komen.  Soms leidt God zelf mensen naar de woestijn, afzondering, een vorm van droogte.  Zo’n periode kan louterend werken.  We kunnen daarin het verschil ontdekken tussen wat eigenlijk ballast is die overboord mag, en wat echt essentieel is voor een gezond geestelijk leven. Je zou kunnen zeggen dat in zo’n periode wordt uitgegomd wat niet meer nuttig is voor de toekomst en dat er opnieuw in het hart wordt geschreven wat richting kan geven in de komende tijd.  In zo’n periode wordt vaak ook de eigen menselijke manier om zaken aan te pakken omgevormd tot een bereidheid om Gods wegen en manieren te leren volgen.
    Misschien zijn het dus toch net deze mensen die zich op een heilzame weg bevinden.  God is dan op de achtergrond en in de diepte werkzaam, terwijl deze mensen zelf soms nauwelijks zicht hebben op het vernieuwingsproces dat gaande is.  (Verderop een voorbeeld van Mozes hierover.)

  • Anderzijds zijn er wellicht ook mensen die van zichzelf vinden dat ze buiten de kerk een heiliger leven leiden, dat ze nu pas vrij zijn in Christus.  Maar misschien verheffen ze zich intussen boven de anderen, veroordelen hen in hun hart, koesteren misschien nog wrok of haatgevoelens en ondernemen weinig of niets om weer in een gezonde balans te komen met het leven, anderen en zichzelf.  Op die manier doen ze niet alleen zichzelf en God tekort, ze dreigen zich ook aan te sluiten bij de tegenstander die zich geroepen voelt om Gods kinderen aan te klagen.
    Om tot geestelijke vernieuwing te komen moeten we niet bouwen op menselijke inzichten en reacties die voortkomen uit een teleurgesteld of verbitterd hart.  Al moet gezegd worden dat er na ernstige feiten beslist ruimte mag zijn voor boosheid en er tijd mag zijn om iets te verwerken.

De toets van het hart, de focus

 

We kunnen de neiging hebben om aan uiterlijke kenmerken te willen aftoetsen of iets (iemand of wijzelf) de goede kant opgaat of niet, maar het gaat veel meer om de focus die leeft in het hart. 

  • In het stukje ‘Plan Wereld’ vinden we een uitnodiging om ons aan te sluiten bij het wereld- en mensbeeld dat God voorop stelt.  Daarin ligt een focus op verbondenheid met Vader, Jezus, Heilige Geest, en op het meebouwen aan het Koninkrijk dat God wil realiseren.  Een beeld waarin iedereen een heilzame plaats kan innemen.

  • Er is ook een andere weg, die vooral de focus richt op het realiseren van de eigen menselijke wensen en het genieten van de tijdelijke aardse zichtbare zaken.  Het eigen geluk wordt vooropgesteld en het eigen welbevinden wordt een toetssteen; “als het leuk is is het goed”.
    Het contrast met de voorgaande weg is groot, want hier bouwen we niet mee aan het Koninkrijk van God maar zijn we er op gericht om voor onszelf een koninkrijkje op te zetten.  Misschien verwachten we zelfs van God dat Hij zich vooral ontfermt over het realiseren van ons eigen koninkrijkje, en (h)erkennen we Hem alleen als Hij ons daarin zegent.

Vanzelfsprekend mogen we genieten van alle zaken waarmee God ons in deze wereld omringt, het leven op aarde biedt veel moois.  De vraag die we ons hier stellen gaat echter over onze motivatie om een weg te gaan buiten een kerkgemeenschap.  Wat is onze drijfveer en waar richten we onze focus op.  Zijn we nog steeds verbonden met het ‘Plan Wereld’ van God, of verliezen we die focus en verzanden we in een leven dat de focus richt op het menselijke ‘hebben’ dat alleen nog maar uitkijkt naar alles wat het aardse tijdelijke leven te bieden heeft. 

Een voorbeeld dat helpt onderscheiden, Mozes en het volk

 

Het boek Exodus kan ons helpen om het onderscheid te zien in de verschillende focus die mensen kunnen hebben.  Tegelijk ook hoe onze aanpak gezuiverd moet worden tot iets dat van God uitgaat, en niet voortkomt uit onze menselijke manieren en wegen.

1) De weg van Mozes  (Ex 2 en 3).
Mozes woont aanvankelijk aan het Egyptische hof en is “een machtig man in woord en daad” (Hand 7:22-23).  Toen hij 40 geworden was wil hij vanuit zijn bevoorrechte positie zijn echte volk (waarvan hij afstamt) helpen en recht doen. 
Een mooie focus.  Maar hij probeert het recht op zijn eigen menselijke manier tot stand te doen komen.  Die manier van doen draait er op uit dat hij zowel bij zijn eigen volk als bij het Egyptische hof in ongenade raakt, hij moet resoluut op de vlucht. 

Mozes raakt van zijn focus en zijn volk verbannen en komt in een vreemd land terecht (zoals ook wij in een bevreemdende situatie terecht kunnen komen). 
Daar is vader Reüel-Jetro (het zou ook Vader God kunnen zijn) die hem uitnodigt om die tijd in zijn nabijheid door te brengen. 
Het werk dat hij van vader Jetro moet doen is de dierenkudde hoeden.  Een leven in een zekere afzondering, ver weg van ‘de grote opmerkelijke dingen’, ver weg van zijn droom om zijn volk te helpen.

Toch bereikt Mozes (na 40 jaar! (Ex 7:7)) een punt waarop God tegen hem kan zeggen: nu ben je klaar om je volksgenoten samen met Mij te helpen en recht te doen (naar Ex 3:8-10). 
Op dat moment blijkt dat Mozes zich in die 40 jaar goed heeft laten vormen.  Het ziet er naar uit dat hij de afzondering in zijn leven een plaats heeft kunnen geven, aanvaarden.  Hij heeft gehoorzaamheid en trouw geleerd in de kleine dagelijkse dingen, hij heeft ingezien dat de menselijke wegen niet altijd werken, hij heeft leren wachten en zich overgeven aan vader (Vader).  In die tijd hebben zich dus goede fundamenten gevormd en Mozes herkent de stem van God als die spreekt. 
Later wordt van Mozes gezegd dat niemand in de geschiedenis van Israël zo’n vertrouwelijke omgang met God heeft gekend als hij (Deut 34:10).  Als hij van God de opdracht krijgt om het volk Israël te leiden, vertrekt hij niet meer vanuit zichzelf, maar start zijn doen en laten vanuit luisteren naar Hem.  Doorheen de afzondering en in gehoorzame verbondenheid werd hij omgevormd. 

2) De weg van het volk
Ook het volk heeft een focus.  Zij willen, begrijpelijk en terecht, onder het juk van slavernij vandaan.  Wat zij daar tegenover stellen en als doel zien is ‘het land van melk en honing’.  Dat klinkt geestelijk en gehoorzaam, maar in hun hart leek zich dit vooral te gaan vertalen als een verlangen naar zegen die op zalig comfort lijkt.  Onderweg blijkt het volk steeds vaker de focus te richten op het bereiken van zichtbaar tastbaar geluk dat vanzelf moet komen.  Dus liefst zonder veel moeilijkheden en eigen inspanning. 
Zo kunnen ze niet tot hun (lees: Gods) doel komen.  God wou een volk dat Zijn Koninkrijk mee gestalte wilde geven.  Een volk dat leeft in verbondenheid met Hem en de moed heeft om volgens Zijn plan de handen uit de mouwen te steken, nieuw land te ontginnen, te strijden tegen tegenstanders.  Er gaat een generatie overheen (opnieuw 40 jaar) om die focus op aards geluk om te buigen naar samenwerken met God om een breder doel te bereiken. 

Afrondend

 

Wanneer we ons losmaken van een kerkgemeenschap kunnen daar goede redenen voor zijn.

Misschien is er iets gebeurd dat tijd vraagt om verwerkt en geheeld te worden, met alle processen die daarbij horen.  Er kan twijfel ontstaan over de kerkgemeenschap, ons geloof en over God.  Misschien volgt er een periode die je ‘ver van huis’ brengt.  Ga in alle oprechtheid de weg die je denkt te moeten afleggen.  Hou daarbij wel in de gaten of je jezelf (op langere termijn bekeken) nog naar een heilzaam spoor ziet evolueren.

Als we diep in onszelf kijken kunnen we wellicht toch bemerken waar ons hart echt naar uitgaat, waar we onze zinnen op zetten en aandacht aan geven. 
Willen we ons aansluiten bij dat ‘Plan Wereld’?  Zijn we op zoek naar herstel van de harmonie die uitgaat van Gods opzet? 
Of bemerken we in onszelf de neiging om vooral te willen bouwen aan een eigen koninkrijkje waarin wij niet zozeer God willen volgen en dienen maar vooral verwachten dat God ons volgt en dient in het realiseren van onze eigen menselijke wensen?

 

Tot slot: wees mild !!

  • Gun jezelf de tijd om ergens doorheen te groeien.  Niet alles gaat makkelijk, snel, of zit meteen op het goede spoor, echt niet.

  • Mocht je constateren dat je je ergens op een verkeerde weg bevindt, wees dan dankbaar dat je het mag ontdekken.  Het is niet erg, het kan gebeuren.  Ergens onderweg heb je je misschien laten meeslepen of heb je een signaal gemist.  Wie in een vreemde stad merkt dat hij of zij niet meer op de juiste weg zit kan zich omkeren, zich heroriënteren en de juiste weg weer zoeken.  Meer is het niet.

Wat ik in deze overdenkingen rond kerkverlating heb meegenomen is niet alleen gebaseerd op wat ik in getuigenissen van anderen heb gehoord, maar grotendeels ook op mijn eigen ervaringen.  Ik ken de processen van binnenuit…  zowel de heel verrijkende als de dwaalwegen.  Niets is mij vreemd.  Het is makkelijk om nadien het onderscheid te zien, maar onderweg hangt soms een dikke mist.  Maar ook onderweg is het nodig om de focus helder proberen te krijgen.  Al dan niet met wat hulp.

bottom of page